Status Rijk-arm, jong-oud, koninklijk-lakei, groot-klein, baas-knecht, slim-dom...
Er wordt aangeleerd hoe je een hoge en lage status uitbeeldt. Daarna spelen de leerlingen een korte scène waarin deze kenmerken terugkomen. Zo ondervinden ze dat er tussen personages altijd een statusverschil is.
Dit is ook terug te zien in de eindscène waarin de opdracht is om de personages gedurende de scène te laten wisselen van status.
Doelgroep
1 tm 6 vmbo, havo, vwo, gym.
Duur:
2 lesuren, 3 lesuren, 5 lesuren.
Aantal leerlingen:
15 ll. per workshop. (of meer indien afgesproken) Aantal workshops onbeperkt.